Stuurboord-Stuurboord

Posted on 6 februari 2023

0



Deze column verscheen in december 2022 als redactioneel artikel in Terschelling Magazine.

‘Brandaris, hier de Tiger, we hebben een aanvaring gehad’, klonk het rond 7.15 uur over de scanner op die noodlottige dag. Het ritme van het vuurtorenlicht: 1 schittering per 5 seconden; 0,3 seconden licht, 4.7 seconden donker, kon deze ramp niet voorkomen.

Gitzwart was watertaxi Stormloper. Net zo zwart als de datum 21 oktober, die voortaan in ons geheugen staat gegrift. ‘Stuurboord-Stuurboord’ luidde de passeerafspraak tussen de Tiger en de Stormloper. Maar zover kwam het niet. Het ging mis. Vreselijk mis. Een inktzwart scenario tekende zich af. Diepzwart voor de nabestaanden, de andere opvarenden, de bemanning en de redders.

Waarin een klein eiland groot kan zijn. De vele vrijwilligers van reddingsdiensten, KNRM, SAR, brandweer en vele, vele, andere hulpverleners en betrokkenen. De eilanders die de vloedlijn afzochten. De herdenking bij het Zeeliedenmonument op het Groene Strand. Het oorverdovende moment van stilte tijdens de start van de Berenloop.

Dergelijke gebeurtenissen plaatsen de eilander realiteit en actualiteit in perspectief: over de burgemeester, Hessel & Tess, de zeehondenpopulatie en een bultrug, het Punthoofd, golfende BN’ers, windmolens en een vaste verbinding met Vlieland.

Al deze zaken zijn omkeerbaar, te beïnvloeden, op te lossen, te organiseren of mee te leven. Dit geldt niet voor het lot van de vier slachtoffers. Zij verdwenen, van het ene op het andere moment, uit het leven van hun dierbaren. Zonder écht afscheid, gewoon, op weg naar hun werk of met het vooruitzicht op een leuke dag op Terschelling. ‘Zij die op zee bleven…’.

Laten we niemand iets verwijten. Nóg meer het leven vieren. Optimaal. Mateloos. Met volle teugen. Waarderen dat we mogen genieten van Terschelling. Waar het, sinds mensenheugenis, twee keer per etmaal eb en vloed wordt, wat er ook gebeurt. Waar de stralen van de Brandaris het eiland en de omringende zee beschijnen. Al eeuwenlang. Zo vanzelfsprekend. Onverstoorbaar. In goede én in droevige tijden.

En zo dwalen mijn gedachten af naar het gedicht ‘onder de Brandaris’ van Ida Gerhardt.

‘…Een oppermachtig licht slaat er zijn kruisen.
Met interval van donkere seconden
waarin de branding zwaarder schijnt te ruisen…’