
Stip op de horizon? Een uitspraak die als een onstuitbaar onkruid de tuin van onze taal overwoekert. Managers, consultants, leidinggevenden en andere motivatiesprekers willen er een soort gezamenlijk doel mee aanduiden. Denk ik.
Volgens Van Dale is een stip een in kleur afstekend, rondachtig puntje. Een stip zet je op papier. Of op je voorhoofd, zoals in het hindoeïsme gebruikelijk is, maar dan heet het een bindi. Een stip staat in het midden van een voetbalveld én op 11 meter van de goal. Ook is het een Gronings gerecht, bestaande uit boekweitpap met reuzel, kaantjes en stroop. Lijkt me niet lekker trouwens.
Horizon wordt omschreven als de denkbeeldige lijn waar het aardoppervlak en de lucht elkaar lijken te raken. Je ziet van alles: kerktorens, silhouetten van steden, dorpen, huizen, boerderijen, gebouwen, vuurtorens en schepen. Maar een stip zie je niet. Nooit.
En dan is er nog een ander, enigszins filosofisch, principe, dat ook voor ‘de overkant’ van toepassing is. Je bent er en dan blijkt het tóch ergens anders te zijn. Drs. P. schreef erover: ‘De oever waar we niet zijn, noemen wij de overkant. Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland. En dit heet dan de overkant.’ Zijn vergelijking gaat ook op voor de horizon. Als je er bent is er weer een nieuwe horizon. Zonder stip overigens.
Een stip op de horizon is dus, in het theoretische geval dat je ‘m zou kunnen zien, onbereikbaar. Vreemde en onbegrijpelijke beeldspraak dus. Net zo onbegrijpelijk en vaag als het taalgebruik van de mensen die deze uitdrukking gebruiken.
Of is dat juist de bedoeling?…
Peter Miedema
Posted on 6 mei 2022
0