
Aanleiding:
Ik zit aan de bar in café de Zeevaart op Terschelling. De deur zwaait open en Jelle komt zwierig binnen. “Goeie Peet! Alles goed?”. Iedereen kent Jelle. Jelle kent iedereen. Een markant persoon. Ik kan niet meer stuk bij Jelle, al jaren niet meer ……..
Latertje.
Het zal een jaar of 20 geleden zijn geweest: ik zit met een paar stamgasten aan de borrel in Nap. Het is inmiddels 01.30 uur. Sluitingstijd, opruimen, bijvullen. Alles wat er moet gebeuren voor de “sluit”. Receptie op slot, telefoon doorgeschakeld. Lichten uit, controleren of alles afgesloten is, bijna klaar.
En toen ….
Ik hoor rumoer voor de deur. Geschreeuw, gelal, gelach. Héé!!!! Wat gebeurt daar in de telefooncel voor de (tegenover het hotel gelegen) Rabobank? Eén jongen houdt de deur van de telefooncel open en een ándere knaap staat als een bezetene tegen het telefoonapparaat aan te trappen. Ik loop snel naar de receptie om de sleutel van de voordeur te pakken.
Ik kom terug. Maglite mee, geeft licht en je kan er mee meppen als het moet. Sleutel in de voordeur, deur open. Nog meer herrie en geschreeuw. Jelle komt toevallig nét z’n stamkroeg uitgerold. Voor ik iets kan doen loopt hij, op zijn karakteristieke wijze, al scheldend met grote stappen op de vandalen af die intussen ijverig doortrappen. Dat hadden ze beter niet kunnen doen.
“Stop daarmee, idioten!”, roept Jelle. Ik sta in de deuropening en sla het tafereel gade. Voor ik het weet heeft Jelle de achterste jongen met één zwaai tegen de gevel van de Rabobank aangekwakt. Vervolgens pakt hij andere dader bij z’n kraag beet. Trekt hem de telefooncel uit en geeft hem een gigantische dreun. Recht in z’n gezicht. De jongen gaat knockout en ligt met z’n gezicht naar beneden op de grond. Even later komt hij rochelend bij en draait hij zich om.
Kwartje.
Ik ben de enige getuige en ben inmiddels naar de heren toegelopen. Jelle staat nog steeds te schelden en te tieren. Zo is het wel genoeg wat mij betreft. De andere jongen is naar z’n kameraad toe gekropen en probeert hem weer een beetje bij kennis te krijgen. Behalve door de klap is hij ook flink dizzy door de drank.
Jelle staat inmiddels wijdbeens boven de jongens en roept: “Je wil toch bellen? Hier! Heb je een kwartje! Kan je Piet Smit bellen!”.Hij smijt vervolgens, als toegift, het kwartje keihard tegen het hoofd van zijn slachtoffer (Voor de jeugdige lezers en niet-eilanders: een kwartje was lang geleden een muntje van 25 cent en Piet Smit was de huisarts van West).
Opzouten.
Even later zijn de jongens weer op de been. Op en over elkaar hangend strompelen ze de Brandarisstraat in. “Opzouten!” roept Jelle. Zo te zien doen ze dat maar al te graag. Intussen zijn meer mensen op de commotie afgekomen. Ik sta nog even na te praten met Frits, een taxichauffeur, en Jelle natuurlijk.
Ik zie iets glimmends op de plek waar de jongen knock-out was gegaan. Een plasje bloed. Met een wit voorwerpje erin. Even erop schijnen met m’n Maglite. Een tand…
Die pet past ons allemaal.
Er komt een politiewagen aangereden. “Politie” Terpstra stapt uit. Met “Hoi jongens!” begroet hij ons. “Wat is er gebeurd? Ik hoorde dat er hier wat klappen zijn gevallen”. Ik antwoord: “geen idee, ik was het hotel aan het afsluiten, hoorde herrie, kwam naar buiten en zag die twee knapen weglopen”. “Ok” zei Terpstra, “zal wel een dronkenmansruzie zijn geweest”. “Denk ik ook”, zei ik. “Wil je een bakje?”. “Nee dank je, ik moet nog even een rondje maken”. Hij stapt in z’n auto en rijdt weg.
Jelle geeft me een por tussen m’n schouderbladen, zegt “bedankt Peet!” en gaat naar huis.
De volgende dag.
De dag erna krijg ik een telefoontje van het politiebureau. Iemand had ’s nachts gebeld, na onze ontmoeting met de agent. Aangifte van mishandeling, tand uit de mond geslagen, dader onbekend. Later die nacht had de politie nog even een kijkje genomen op het Brandarisplein: bij de telefooncel lag een plasje bloed met een tand erin. Of ik zeker wist dat ik niets heb gezien … Ja. Dat wist ik zeker.
“Biertje Peet?” … “Nou Jelle, graag!”.
-*-
** Namen van betrokkenen zijn aangepast.
jetbudel
20 november 2011
Mooi verhaal, ik zie twee gezichten bij de fictieve namen: Jelle en Frits, ik ben benieuwd of het de juiste gezichten zijn … mijn naam is haas
Jaap Schoute
20 november 2011
Prachtig verhaal. Maar, voordat VVV-Terschelling begint te klagen, het zou zich zomaar af kunnen spelen in een grote of middelgrote stad of dorp in Nederland.
jan willem
21 november 2011
Hoi Peter!
Via Terschelling startpagina op jouw blogs beland. Van oor tot oor (Glimlach en schater) de meeste blogs gelezen. Bedankt!! Groet van Jan Willem (1e klant de Zee)
@iGert
20 oktober 2012
Een mooi verhaal om achteraf te vertellen. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen. Dat had natuurlijk ook anders kunnen lopen. In die tijd kon alles nog wel eens opgelost worden met een pak slaag (Ik kan me zelfs nog een verhaal herinneren, door mijn vader verteld: De sterke arm der wet liep bij ons elke avond rond 11 uur de kroeg in om de dames en heren te verzoeken naar huis te gaan. Wie niet luisterde werd dan een stukje op weg geholpen met een grote zware knuppel) Gelukkig voor ‘Jelle’ is het gebleven bij een mooi verhaal en de vernielers hadden een fikse straf te pakken. Opgeruimd staat netjes. Proost mannen 😉